Herziening F-gassenverordening

Dit jaar staat in het teken van de F-gassenverordening. De eerste versie van deze Europese wet, met als doel het zo klein mogelijk houden van klimaatverandering als gevolg van F-gasuitstoot, werd van kracht in 2010. Na een herziening in 2013-2014 is de wet nu opnieuw herzien. De nieuwe verordening is sinds 11 maart 2024 van kracht in alle EU-lidstaten. Nu de volledige tekst van de nieuwe verordening bekend is, is NVKL bezig de relevante documenten voor de leden te updaten, houd daarvoor onze nieuwsbrief en deze pagina in de gaten.

Download de Flyer F-gassenverordening

  • Hoe kan ik voldoen aan de F-gassenverordening?

    Op deze pagina zijn de ‘hand-outs’ van de F-gassenverordening en bijbehorende uitvoeringsbesluiten en -verordeningen te downloaden. Aanvullend op de F-gassenverordening zijn het besluit en regeling ‘gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen’ door het ministerie van Infrastructuur en Milieu gepubliceerd. Zij geven uitvoering aan artikel 10 van de F-gassenverordening en betreffen de certificering voor het werken met H(C)FK’s.

    Let op: NVKL past momenteel alle relevante documenten omtrent de F-gassenverordening aan, het kan zijn dat bepaalde informatie nog niet voldoet aan de nieuwste wet- en regelgeving.

  • Wat is BRL100?

    De BRL100 is sinds 1 december 2015 de maatlat waarlangs installatiebedrijven worden gelegd voor de F-gassenbedrijfscertificering. In 2019 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd in de BRL100 en verwerkt in een nieuwe versie. BRL100 2.0. is vanaf 1 januari 2020 van kracht.

    In 2024 is de F-gassenverordening herzien. Daarbij geldt de huidige BRL100 nog steeds, totdat er een nieuwe beoordelingsrichtlijn voor bedrijven komt.

    Deze wijzigingen betreffen het doel van de BRL, de verklaring van conformiteit door certificeringsinstellingen, de eisen aan het personeel van certificeringsinstellingen, het kwaliteitsmanagement, het toevoegen van voorbeelden van werkinstructies en verduidelijking van de certificeringsprocedure met een onderscheid tussen audit en inspectie.

    Om eenvoudig aan de eisen van de BRL100 te voldoen, heeft NVKL een aantal tools ontwikkeld waaronder het BRL100 Handboek. De documenten zijn te downloaden in onze toolbox (let op: alleen voor leden).

    Download de BRL100 map

  • Alles over PFAS

    PFAS-materialen worden al decennialang ontwikkeld en gebruikt vanwege hun nuttige materiaaleigenschappen – ze zijn bijvoorbeeld vet- en waterafstotend en reageren amper met andere stoffen. Deze nuttige chemische eigenschappen komen door de aanwezigheid van een -CF2 (1 koolstofatoom en 2 fluoratomen) of -CF3 (1 koolstofatoom en 3 fluoratomen) groep in het molecuul. Dat betekent dat de meeste HFK’s en HFO’s ook in de PFAS-groep vallen.

    Begin 2023 publiceerde het Europees agentschap voor chemicaliën (ECHA), op initiatief van Nederland, Duitsland, Noorwegen, Denemarken en Zweden, een voorstel voor een verbod op de productie, verkoop en het gebruik van PFAS (poly- en perfluoralkyl-stoffen). Dit wordt ook wel een ‘restrictievoorstel’ genoemd.

    Wil je meer weten over alle ontwikkelingen rondom PFAS en wat dit voor jou kan betekenen? Bekijk hier al onze PFAS-gerelateerde nieuwsberichten. Of download de handige factsheet.

    NVKL Factsheet PFAS

  • Audits & certificering

    Neem een kijkje in de wereld van audits en certificering! NVKL sprak met auditors Peter Voogt van DEKRA en Tonny Veldhuis van Energie Consult Holland onder andere over de NVKL- en F-gassenaudit, waar ze in hun werk tegenaan lopen en hoe de herziening van de F-gassenverordening van invloed is op de audits.

    Lees hier het interview artikel

Inhoud

    Wat verandert er met de nieuwe verordening voor de installateur?

    Lekcontroles & logboek

    Voor installaties of apparaten gevuld met HFO’s (zoals R1234yf) geldt nu, net als voor HFK’s (zoals R410A of R32) ook een verplichte periodieke lekcontrole, boven een bepaalde inhoud. Bij HFO’s is dit niet vanaf 5 ton CO2-equivalent, zoals bij HFK’s, maar vanaf 1 kg. Zie de tabel hieronder.

    Dit geldt ook voor gemengde koudemiddelen, die bestaan uit HFK’s én HFO’s. Voorbeelden zijn de R-454-serie (een blend van R-32 en R-1234yf) en de R-449-serie (blend van R-32, R-125, R-134a en R-1234yf). Per vulling moet dus worden gekeken of het ‘HFO-deel’ van het koudemiddel boven 1 kg uitkomt.

    Voorbeeld:
    Vraag: Hoeveel kg HFO zit er in een installatie met een vulling van 5 kg R-454C?

    Antwoord: R-454C bestaat uit de HFK R-32 (21,5%) en de HFO R-1234yf (78,5%). Het HFO-deel weegt dus: 5 kg x 0,785 = 3,925 kg HFO
    –> Volgens de tabel hieronder moet de installatie dus 1 keer per jaar een lekcontrole ondergaan.

    • Dit betekent dus dat je bij een HFK/HFO-blend twee dingen moet checken om te zien of er een lekcontroleverplichting is. Ten eerste op basis van CO2-equivalent (GWP van het koudemiddel keer het aantal kg) en ten tweede op basis van aantal kilogrammen HFO (het HFO-aandeel van het vullingsgewicht). Als we het voorbeeld hierboven nemen, zien we dat het CO2-eq. van de koudemiddelvulling gelijk is aan 148 (GWP van R-454C) keer 5 kg is 0,74 ton CO2-eq. Op basis van CO2-eq. hoeft deze installatie dus niét verplicht gecontroleerd te worden op lekken, maar op basis van HFO-inhoud dus wél!
    Vulling HFK Vulling HFO Hoe vaak lekcontrole?
    < 5 ton CO2 eq. < 1 kg Geen verplichte lekcontrole
    5 – 50 ton CO2 eq. 1 kg – 10 kg 1 keer per 12 maanden
    50 – 500 ton CO2 eq. 10 kg – 100 kg 1 keer per 6 maanden
    500 ton CO2 eq. en meer 100 kg en meer 1 keer per 3 maanden

     

    [Let op: Bij een installatie met een vulling van meer dan 100 kg HFO’s of 500 ton CO2 – eq. aan HFK’s, is een lekdetectiesysteem verplicht. Als zo’n systeem aanwezig is, dan wordt de periode tussen lekcontroles twee keer zo lang. Dus in de praktijk worden installaties boven deze vulling elke 6 maanden gecontroleerd, niet elke 3 maanden.]

    • Als de HFO-installatie of -apparaat een periodieke lekcontroleplicht heeft, dan moet er ook een logboek aanwezig zijn.
    • Daarnaast is er de verplichte lekcontrole na een reparatie. Deze moet gedaan worden ten minste 24 uur na de reparatie en binnen 1 maand.
    • Deze 24-uur regel geldt niet voor mobiele apparatuur, dus deze mag wél direct na de reparatie worden gecontroleerd op lekken.

    Bijvullen installatie

    Koelapparatuur:

    • Bijvullen van koudemiddel bij onderhoud of service aan koelapparatuur mag alleen als het GWP van het F-gas lager is dan 2500. Tot 1 jan 2025 geldt dit voor systemen met een inhoud van 40 ton CO2 en meer. Vanaf 1 jan 2025 geldt het voor onderhoud of service aan alle koelapparatuur, óók onder 40 ton CO2 eq.
    • Tot 1 jan 2030 is er een uitzondering voor gerecycled/geregenereerd koudemiddel met een GWP boven 2500, daarna mogen deze koudemiddelen helemaal niet meer gebruikt worden voor koelapparatuur.
    • Het gaat onder meer om R404 en R507.

    Klimaatregelingsapparatuur en warmtepompen:

    • Vanaf 1 jan 2026 mag bijvullen van klimaatregelingsapparatuur en warmtepompen alleen als het GWP van het F-gas lager is dan 2500.
    • Tot 1 jan 2032 is er een uitzondering voor gerecycled/geregenereerd koudemiddel met een GWP boven 2500, daarna mogen deze koudemiddelen helemaal niet meer gebruikt worden voor deze apparatuur.

    Certificering

    Het blijft verplicht om gecertificeerd te zijn voor het werken met F-gassen. Dit geldt voor de monteurs (persoonscertificering) en de bedrijven waarvoor ze werken (bedrijfscertificering). Er komt ook verplichte certificering voor het werken met alternatieven voor F-gassen, wat in de praktijk neerkomt op koolwaterstoffen (bijv. R290 en R600a), CO2 en ammoniak. Hiervoor wordt nu nog aanvullende wetgeving gemaakt door de Europese Commissie. NVKL houdt je op de hoogte van de voortgang hiervan.

    Bewijs van certificering bij gunnen opdracht

    Als bedrijf A – bijv. een installateur – een ander bedrijf B een opdracht gunt waarvoor F-gascertificering verplicht is, dan moet bedrijf A eerst controleren dat bedrijf B inderdaad de relevante certificering in huis heeft.

    Productverboden

    • De productverboden stellen een datum waarna een product niet meer in de handel mag worden gebracht. Dat betekent dat na de ingangsdatum het betreffende product niet meer geproduceerd mag worden in de EU of geïmporteerd mag worden naar de EU. Dat betekent dus ook dat als het product wel vóór de ingangsdatum van het verbod in de handel is gebracht, het ná ingaan van het verbod nog gewoon verkocht en geïnstalleerd mag worden. Volgens de nieuwe F-gassenverordening (artikel 11.1) moet gedurende één jaar na ingaan van het verbod wel schriftelijk worden aangetoond dat het product inderdaad vóór de ingangsdatum van het verbod in de handel is gebracht.

    Een aantal voorbeelden:

    • Vanaf 1 jan 2025 mogen single-splits met een inhoud van minder dan 3 kg, die F-gas bevatten met een GWP van meer dan 750, niet meer in de handel worden gebracht.
    • Vanaf 1 jan 2035 mogen alle nieuw in de handel gebrachte splits met een vermogen van 12 kW of lager geen F-gassen meer bevatten.
    • Vanaf 1 jan 2027 mogen alle nieuw in de handel gebrachte lucht/water splits met een vermogen van 12 kW of lager alleen nog F-gas bevatten met een GWP van minder dan 150.
    • Vanaf 1 jan 2027 mogen nieuw in de handel gebrachte chillers met een vermogen van 12 kW of lager alleen nog F-gas bevatten met een GWP van minder dan 150.

    Bekijk onze veelgestelde vragen omtrent de F-gassenverordening

    • Wat is het doel van de F-gassenverordening?

      Het doel van de F-gassenverordening is om het gebruik van HFK-koudemiddelen terug te dringen, zo de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen te verminderen en daarmee het milieu te beschermen.

    • Ik ben ZZP-er, welke certificaten heb ik nodig?

      Als zzp’er heb je een onderneming. Verricht je als zelfstandige, werkzaamheden waarvoor een BRL 200 certificaat verplicht is (installatie, onderhoud etc)? Dan moet je ook een certificaat hebben als BRL100 onderneming. Voer je werkzaamheden uit in opdracht van een andere onderneming? Dan valt je onder het BRL100 certificaat van die onderneming. Je hoeft dan alleen een BRL200 certificaat te hebben. 

    • Ik werk in België, is daar het F-gassencertificaat geldig?

      Het F-gassencertificaat is geldig voor geheel Europa. Echter in België zijn er aanvullende eisen ten aanzien van erkenning. Per regio is dat ook nog anders, bekijk deze pagina

    • Wat moet ik weten over koudemiddelen?

      Een warmtepomp bestaat uit een circuit waarin koudemiddel circuleert.  Een koudemiddel zal bij lage temperaturen en drukken “koken”, waardoor het verdampt bij hoge temperaturen en drukken, zal het koudemiddel condenseren zodat er vloeistof ontstaat. Elk koudemiddel heeft zijn eigenschappen.

      Het optimale koudemiddel zorgt niet alleen voor de hoogst mogelijke efficiëntie en het gewenste temperatuurbereik, maar moet ook voldoen aan huidige én toekomstige regelgeving rond brandveiligheid, giftigheid en wettelijke milieueisen onder meer betreffend de bijdrage aan de global warming en het aantasten van de ozonlaag.

      Koudemiddelen zijn op hoofdlijnen ingedeeld in synthetische en natuurlijke koudemiddelen. Synthetische koudemiddelen zijn stoffen die van nature niet voorkomen, maar door de mens zijn ontwikkeld voor industriële doeleinden.  Synthetische koudemiddelen zijn (AHFK’s en HFO’s. Deze kunnen een negatief effect hebben als ze in het klimaat terecht komen. Natuurlijke koudemiddelen komen ook van nature voor in het milieu, zoals:

      • Water (R718)
      • CO2 (R744)
      • NH3 (Ammoniak) (R717)
      • Koolwaterstoffen, zoals ethaan (R170), propaan (R290), propeen (R1270), butaan (R600), isobutaan (R600a)

      Natuurlijke koudemiddelen hebben een veel lager broeikaseffect (Global Warming Potential [GWP]) als deze in het milieu terecht komen. Vanuit milieuoogpunt zijn de natuurlijke koudemiddelen daarom een beter alternatief. Vanuit veiligheidsperspectief zitten er ook nadelen aan de natuurlijke koudemiddelen. Zo is ammoniak erg gevaarlijk voor de mens bij inademing en zijn de koolwaterstoffen, zoals propaan en butaan, erg explosief.

      Op dit moment is de F-gassenverordening (EU) nr. 517/2014 van kracht. Doel van de verordening is het milieu te beschermen door de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen te verminderen. Eén van de belangrijkste maatregelen van de F-gassenverordening is een geleidelijke terug fasering van het op de markt brengen van HFK’s, de zogenaamde quotumregeling. Het op de markt brengen van HFK’s wordt teruggebracht van 100% in 2015 naar 21% in 2030. Hierdoor worden juist koudemiddelen met een hoog GWP erg duur, omdat ze veel quotum vereisen en er steeds minder volume beschikbaar is.

      Bij natuurlijke koudemiddelen vindt geen uitfasering plaats. Op termijn is het daardoor onrendabel om volledig afhankelijk te zijn van traditionele koudemiddelen. Denk dus goed na voordat u een “goedkoop” warmtepomp systeem aanschaft met een HFK-koudemiddel met een hoog GWP. Dit is allang geen verstandige en verantwoorde keuze meer.

      Er komt een nieuwe generatie koudemiddelen, zoals HFO’s met juist een hele lage GWP, soms lager dan 1 en hiermee dus zelfs lager dan CO2 zelf.

      Bekijk ook onze ‘Warmtepompen | Wat moet ik weten over koudemiddelen?‘ video.

    • Als een koel- of klimaatinstallatie wordt verkocht en verplaatst van de ene eigenaar naar de andere mag dan het logboek worden mee verkocht/verhuisd?

      Nee, dit is niet toegestaan. Het logboek moet 5 jaar na demontage of verkoop van een installatie worden bewaard door de oorspronkelijke eigenaar. Het is uiteraard wel toegestaan om een kopie van het logboek ter informatie aan de nieuwe eigenaar te leveren.

    • Moet ik een logboek bijhouden n.a.v. lekcontroles en mag dit digitaal?

      Ja, bij het uitvoeren van een verplichte lekcontrole is het vereist een logboek bij te houden. Een lekcontrole is verplicht voor iedere installatie met een inhoud groter dan 5 ton CO₂-equivalent. Enkel digitale toegang tot een logboek is toegestaan. Voorwaarde is wel dat het logboek te allen tijde op locatie geraadpleegd moet kunnen worden. Dus ook tijdens een storing of buiten kantooruren.

    • Wanneer moet ik mijn installatie van een kenplaat voorzien?

      Alle installaties die onder de F-gassenverordening vallen dienen te worden voorzien van een kenplaat. Indien een installatie hermetisch gesloten is, dient dit vermeld te worden op de kenplaat. Vanaf 1 januari 2017 is het verplicht om ook de hoeveelheid koudemiddel in kg, het GWP en totale hoeveelheid CO₂-equivalent te vermelden. Dit geldt alleen voor installaties die na 1 januari 2017 opgeleverd worden.

    • Moeten wij zorgdragen voor een nieuw logboek wanneer wij een bestaande installatie met digitaal logboek in beheer nemen?

      De wet zegt dat de eigenaar verplicht is een logboek bij te houden. Als de eigenaar dit digitaal laat uitvoeren door de installateur waarmee hij een onderhoudscontract heeft is dat zijn zaak. De eigenaar zal dus bij opzegging van het contract afspraken moeten maken met de huidige installateur over hoe de informatie moet worden overgedragen aan de “nieuwe” installateur. De nieuwe installateur is dus niet verantwoordelijk voor de aanwezigheid van het logboek. Wel is het verstandig om schriftelijk melding te maken bij de klant als er om wat voor reden dan ook geen logboek aanwezig is; een installateur voldoet hiermee aan zijn informatieplicht.

      De BRL100 vereist wel dat de uitgevoerde werkzaamheden worden vastgelegd in een logboek en de onderneming (i.c. installateur) bewaart 5 jaar het logboek.

    • Moet er bij een installatie of apparaat met een koudemiddelinhoud van 3 kg of meer verplicht een logboek worden geleverd?

      Ja, een exploitant moet een register (logboek) bijhouden met daarin informatie over de hoeveelheid en aard van de zich in de installatie of apparaat bevindende f-gassen en de eventueel toegevoegde of afgevoerde hoeveelheden bij onderhoud, service of demontage. De verplichting voor een logboek geldt voor apparatuur gevuld met f-gassen vanaf 5 ton CO₂-equivalenten. Voor apparatuur gevuld met ozonlaagafbrekende stoffen geldt deze verplichting vanaf 3 kg.

      Ook moet er in het register informatie worden bijgehouden over het bedrijf en de persoon die onderhoud, service of demontage heeft uitgevoerd alsmede de resultaten van de periodieke lekcontroles. De verplichting om een logboek bij te houden ligt dus bij de exploitant en niet bij de installateur of leverancier van een installatie of apparaat. Als installateur of leverancier hebben wij uiteraard wel de plicht om onze klanten te informeren dat zij de verplichting hebben om een logboek bij te houden. Als extra dienst kunnen wij vervolgens wel zorgdragen voor het meeleveren van een logboek bij de installatie of het apparaat.

       

    • Wanneer moet ik een lekcontrole laten uitvoeren?

      De frequentie van het aantal lekcontroles is per 1 januari 2015 ingrijpend gewijzigd en is niet meer gebaseerd op aantal kg koudemiddelinhoud, maar op basis van de equivalente inhoud uitgedrukt in tonnen CO₂. Vanaf een inhoud van 5 ton CO₂-equivalent is het uitvoeren van lekcontroles verplicht. Hoe groter de inhoud hoe vaker lekcontrole plaats moet vinden. Door een lekdetectiesysteem toe te passen kan de frequentie gehalveerd worden. Zie de factsheet F-gassenverordening voor een schema hiervan.

      Voorbeeld 1: Een installatie gevuld met 2 kg R404a heeft omgerekend een inhoud van 7,84 ton CO₂-equivalent. Dit is meer dan 5 ton CO₂-equivalent. Dus lekcontrole is verplicht.

      Voorbeeld 2: Een installatie gevuld met 200 kg R404A heeft omgerekend een inhoud van 708,4 ton CO₂-equivalent. Dus is lekdetectie verplicht.

    • Onder welke voorwaarden kan voorgevulde apparatuur worden verkocht aan een installateur?

      Voorgevulde apparatuur kunnen door handelaars aan installateurs verkocht worden zonder dat er een verplichting is dat deze installateur een F-gassencertificaat heeft. Bij verkoop aan een eindgebruiker moet deze aantonen dat de installatie zal gebeuren door een gecertificeerde aannemer.  

    • Wat houdt het nieuwbouwverbod in?

      Om de terugfasering extra kracht bij te zetten zijn er een aantal verboden in de verordening opgenomen voor het nieuw op de markt brengen (nieuwbouw) van apparaten en installaties. Dit zijn onder andere huishoudelijke koel- en vrieskasten met een GWP groter dan 150 per 1 januari 2015. Zie voor meer verboden de factsheet F-gassenverordening.

    • Wat houdt het bijvulverbod in?

      Eén van de maatregelen uit de F-gassenverordening is het verbod op bijvullen van koelinstallaties die gevuld zijn met een HFK met een GWP groter dan 2500 (zoals R404A en R507A). Zie de factsheet F-gassenverordening voor het uitfaseringschema en uitzonderingen.

      De regels voor gerecyclede HFK-koudemiddelen (GWP groter dan 2500) zijn overigens gelijk aan de regels zoals we die kennen voor het bijvullen van gerecyclede R22. Deze koudemiddelen mogen alleen worden gebruikt in de installaties van de eigenaar waaruit deze zijn teruggewonnen of door de partij die deze heeft teruggewonnen.

    • Wat is het doel van de F-gassenverordening?

      Het doel van de F-gassenverordening is om het gebruik van HFK-koudemiddelen terug te dringen, zo de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen te verminderen en daarmee het milieu te beschermen.

    • Moet een ZZP-er die met F-gassen werkt alleen een F-gassencertificaat hebben, of moet ook zijn bedrijf gecertificeerd zijn?

      Als ZZP-er die zelfstandig opdrachten aanneemt en uitvoert, is het niet toegestaan om een F-gashandeling uit te voeren zonder zowel in het bezit te zijn van een persoonscertificaat als bedrijfscertificaat. Deze eis is onafhankelijk van de hoeveelheid koudemiddel of CO₂-equivalent. Wanneer een ZZP-er schriftelijk met een BRL100 gecertificeerd bedrijf is overeengekomen dat hij namens dat bedrijf een F-gashandeling uitvoert dan hoeft hij niet verplicht een bedrijfscertificaat te hebben voor die klus.

    • Hoe is de certificeringsplicht zoals omschreven in de F-gassenverordening in Nederland geregeld?

      Het Besluit en de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen geven uitvoering aan de verplichte certificering van personen en bedrijven die handelingen verrichten aan installaties waarin F-gassen (HFK’s) of ozonlaagafbrekende stoffen (HCFK’s) zijn toegepast. De eisen die aan bedrijven en personen worden gesteld staan respectievelijk beschreven in de BRL100 (beoordelingsrichtlijn voor het certificaat F-gassen voor ondernemingen) en de BRL200 (beoordelingsrichtlijn voor het certificaat F-gassen voor personen).

    • Wat houdt productiebeperking (de quotaregeling) in?

      Eén van de belangrijkste maatregelen van de F-gassenverordening is de productiebeperking, ook wel quotaregeling. In dit quotumsysteem krijgen producenten of importeurs quota toegewezen op basis van het gemiddelde van de door hun gerapporteerde hoeveelheden HFK’s die zij op de markt hebben gebracht in de periode 2009 tot en met 2012. Dit betreft niet het absolute aantal kg koudemiddel, maar het CO₂-equivalent hiervan. Zie de factsheet F-gassenverordening voor het terugfaseringschema.

      Voorbeeld: 1 kg R134a komt overeen met 1,430 ton CO₂-equivalent. Quota worden geregistreerd in een door de Europese Commissie beheert elektronisch register.

    Wil je meer weten over de F-gassenverordening? Neem dan contact met ons op.

    Coen van de Sande

    Directeur NVKL

    0612542358
    coen@nvkl.nl

    Zohar Tzur

    Projectmanager Wetgeving en Innovatie

    0620507308
    zohar@nvkl.nl

    ? Hulp nodig?