De Richtlijn drukapparatuur 2014/68/EU stelt eisen om de veiligheid van installaties te waarborgen. Om aan te tonen dat de gekozen materialen geschikt zijn, moet dat worden aangetoond met sterkteberekeningen. Voor het maken van sterkteberekeningen schrijft de Richtlijn drukapparatuur het gebruik van een lasnaadfactor voor. Deze lasnaadfactor is van invloed op de wanddikte en de hoeveelheid uit te voeren Niet Destructief Onderzoek (NDO). NDO kan zijn: penetrant, magnetisch, ultrasoon of radiografisch onderzoek.
Leidingwerk koeltechnische installaties
Voor leidingwerk in koeltechnische installaties wordt vooral gebruik gemaakt van de EN 13480 en de EN 14276-2. In deze normen zijn voor het uit te voeren onderzoek NDO-tabellen toegevoegd. Hierin staat de uitvoeringsmethode en het percentage dat onderzocht moet worden in relatie met de lasnaadfactor. Omdat koeltechnische installaties meestal op 1,1xPS (= Ontwerpdruk van de installatie) pneumatische beproefd worden moet er ook aanvullend NDO uitgevoerd worden. Eén van die aanvullende onderzoeken is het 100% volumetrisch onderzoeken van de langsnaad. Wordt er gebruikt gemaakt van materialen die geleverd worden die op basis van de EN 10216- of EN 10217- serie (nomen voor stalen buizen), dan is de langsnaad voldoende onderzocht.
ASTM-Langsnaad
Nu wordt er in koeltechnische installaties veel gebruikt gemaakt van ASTM-Langsnaad gelaste buis. De langsnaad van deze materialen hebben niet standaard het juiste NDO ondergaan, met als consequentie dat één van onderstaande werkwijze gevolgd moet worden:
- Pneumatisch beproeven op een hogere druk (1,43 × PS of 1,25 × PS × fRT/fts), (ontwerpspanning bij kamertemperatuur/ ontwerpspanning bij ontwerptemperatuur)
- Pneumatisch beproeven op 1,1xPS als 100% Volumetrisch onderzoek van de langsnaad is uitgevoerd.
- Buis inkopen die op een voldoende hoge druk door de materiaalfabrikant is beproefd (gelijk aan of hoger dan de beproevingsdruk (PT) van de koelinstallatie).
Effecten
Tot nu toe werd in de praktijk vaak standaard een beproevingsdruk van 1,1 × PS gehanteerd, Door toepassing van de EN 13480 en de EN 14276-2 geldt nu voor ASTM langsnaad-gelaste buizen een beproevingsdruk van 1,43 × PS of 1,25 × PS × fRT/fts als standaard. Vooral bij installaties die werken met CO₂ (PS = 130 bar) levert dit uitdagingen op, de beproevingsdruk komt uit op 186 bar of hoger en het testen op dergelijke hoge drukken brengt aanzienlijke risico’s met zich mee voor de veiligheid van mensen en de omgeving.
Overleg en oplossing
Om duidelijkheid te krijgen over de praktische invulling van deze eisen, heeft NVKL samen met enkele lidbedrijven overleg gevoerd met de ECH-Groep. Dit heeft geleid tot een uitgewerkte aanpak waarmee op een veilige en verantwoorde manier aan de norm kan worden voldaan.
Er zijn nu twee tabellen uitgewerkt met mogelijke opties voor de uitvoering van de pneumatische beproeving:
- Test op 1,43 × PS of 1,25 × PS × fRT/fts
- Hogere beproevingsdruk, minder NDO.
- Test op 1,1 × PS: Lagere beproevingsdruk, meer NDO.
Samenwerking en informatie
NVKL werkt samen met de Staalfederatie aan dit dossier. Het doel is om zowel leveranciers en installateurs duidelijkheid te geven over de eisen aan leidingwerk voor koelinstallaties. Gezamenlijk wordt een informatieblad ontwikkeld waar onder meer bovengenoemde tabellen worden opgenomen. Dit infoblad zal leveranciers en installateurs helpen de eisen beter te begrijpen en in de praktijk toe te passen. Houd de communicatie van NVKL in de gaten voor meer informatie en publicatie van het infoblad.
Toelichting
Het leidingwerk van koelinstallaties is belangrijk voor een veilige en efficiënte werking. Voor een veilig ontwerp geldt de PED-richtlijn (2014/68/EU). De eisen voor het leidingwerk staan in NEN-EN 378:2016 deel 2, een norm die is afgestemd op de PED. Door te voldoen aan bijlagen ZA en ZB van deze norm, voldoet een fabrikant aan de belangrijkste eisen van de PED. Volgens NEN-EN 378 deel 2 moeten leidingverbindingen en fittingen voldoen aan de norm EN 14276-2 of EN 13480. Geharmoniseerde EN -buis voldoet aan beide normen omdat het speciaal is ontworpen en getest voor toepassingen die binnen de PED-richtlijn vallen, dit geldt niet voor ASTM – leidingmateriaal.
ASTM-buis voldoet niet aan de eisen omdat:
- Bij ASTM-gelaste buis wordt de langsnaad niet standaard 100% volumetrisch onderzocht tijdens de productie. Dit onderzoek is optioneel en moet specifiek worden aangevraagd bij de bestelling.
- De langsnaad van ASTM-buis kan wel 100% met Eddy Current worden onderzocht, maar de onderzoeksmethode en acceptatiecriteria verschillen van die van materiaal volgens de Europese EN-normen. Hierdoor voldoet het niet aan de EN-eisen. (Lasnaadfactor is dan z=0,85).
- ASTM-buis wordt meestal getest op druk (hydrostatische beproeving) door de fabrikant. Deze testdruk kan echter lager zijn dan de druk waaraan het leidingwerk volgens de installatie-eisen moet worden getest. Voor installatiegebruik moet de buis minimaal zijn getest op 1,43 × PS of of 1,25 × PS × fRT/fts. (Lasnaadfactor is dan z=0,7).